Get Adobe Flash player

Heren 1 snel naar winst in eigen Mare

Mare Volley / Heren 1 had in eigen Noord Deurnings huis weinig moeite om snel tot de wedstrijdwinst te komen. De 25 tegen 19, 16 en 10 zijn meer dan duidelijke cijfers. De thuisploeg kreeg het enigszins in de schoot geworpen door de Enschedese tegenstander Twente ‘05 Heren 3, dat met een hoog foutenpercentage speelde. De gedrevenheid om er een mooie pot van te maken, ebde al snel weg. Ook bij de thuisploeg nam het foutenpercentage toe. Een ruime 16-10 verdampte na een moeizame fase tot 18-17, waarna het weer rap naar 25-19 ging. Ondanks de ruime winst was het optreden voor eigen publiek moeizaam, en verlies van de bonusset hielp evenmin mee aan een goed gevoel. Maar goed: de vijfde wedstrijdwinst uit zes wedstrijden werd een feit, en dat had voorafgaande het seizoen niemand kunnen bedenken.

Teamfoto 1

 

 

 

 

 

 

Na vijf wedstrijdronden zijn de resultaten van Mare Volley / Heren 1 beduidend beter dan voorafgaande het seizoen verwacht was. Want de Noord Deurningse formatie is in een competitie ingedeeld met de hoofdmachten uit kleine Twentse dorpskernen, die zich veelal bedienen van boerenpummelvolleybal. Veel raw power. Oude bekenden, en het leek een zware competitie te gaan worden. Maar tot op heden loopt het meer dan gesmeerd. Een keer uit en een keer thuis de volle vijfpunter, één keer uit en een keer in eigen de Mare winst met een luttel setverlies, en één verlies na de barrage van de vijfde set; na een 2-0 voorsprong.

Sporadisch is er een uitzondering op het boerenpummelvolleybal. Zoals afgelopen vrijdag 29 oktober met de derde afvaardiging van Twente ’05, uit de Twentse hoofdstad Enske. Historie was er nauwelijks tussen beide formaties. De ploegen stonden een keer tegenover elkaar in het voorbereidingstoernooi van studentenvereniging Harambee. That’s it. Het inslaan zegt normaliter niets, dus het feit dat het inslaan van de gasten allesbehalve imponerend was zou ook nietszeggend moeten zijn. Maar de Enschedese lijn werd in het begin van de wedstrijd doorgetrokken. De van mid omgevormde lange diagonaal werd veel aangespeeld, maar kreeg nauwelijks de bal over het net. Ook aan de buitenkant regen de aanvallende fouten zich aaneen. Wel hadden de gasten een talentvolle spelverdeler in hun midden. Die begon met serveren en kreeg 0-2 op zijn conto; tot 4-6 bleef de tweepunter achterstand staan. Teamcaptain Luc van Deth, die voor de verandering aan de buitenkant begon vanwege het ontbreken van spelverdeler Roel Westemeijer, rammelde op buiten zijn derde score binnen voor 5-6 en hielp zichzelf ermee aan opslag. Een direct punt via een lastige serve volgde, 6-6, en de serie eindigde pas bij 11-6. Het trio van Deth-jes leek er een prachtige avond van te maken. Luc voor 11-6, Peter voor 14-8 en Nick voor 16-10. Het komt vrijwel nooit meer voor, maar door de afwezigheid van spellie Roel Westemeijer stonden de drie van Deth-breurs naast elkaar geposteerd, en was er dus één positie dat ze gebroederlijk aan het net stonden. Een prachtig gezicht; het kan niet anders gezegd worden. Paps en Mams op de tribune moeten haast wel vervuld zijn van trots. Na dit mooie moment werd het vervolg van de openingsset  stomvervelend. Ingegeven door libero Robbin Groeneveld die twee ketspassings op rij afleverde. Dat leek geen kwestie van mindere vorm, maar puur van afnemende motivatie door gebrek aan tegenstand. En dat  leek symptomatisch voor de thuisploeg. Een paar aanvallen in het blok en een netfout lieten de  gasten terugkomen tot 18-17. De gasten gaven het daarna zelf weer weg middels twee uitgeslagen aanvallen: 20-17. Perfect serveerwerk van de wederom lekker op dreef zijnde Jort Johannink bracht de 23-18, Luc van Deth bracht met twee punten uit de opslag de toch gemakkelijke eerste setwinst binnen: 25-19.

Ook in het tweede bedrijf keek de thuisploeg eerst tegen achterstand aan, die maximaal was bij 4-7. Teamcaptain Luc van Deth was verhuisd naar zijn “eigen” diagonaalpositie. Ondanks drie scores van zijn handen, was de thuisploeg bij 6-8 nog in de achtervolging. Broertje Nick, vanwege het ontbreken van spellie Roel Westemeijer de gehele wedstrijd als spelverdeler, serveerde naar 10-9 voorsprong. Het waarnemen van de spelverdelerspositie werd bewonderingswaardig ingevuld. De set ups naar buiten waren mooi hoog voor de pot; de aanvallers konden “in de set up klimmen”. Het midden optimaal bedienen was lastiger. Zeker met broer Peter liep het aanvankelijk helemaal niet, maar toen het halverwege de wedstrijd steeds beter begon te lopen werd  het een genot om te zien.  Ook de set ups op de drie meterlijn voor familieoudste Luc liepen gesmeerd. Na de 10-9 door Nick liep de thuisploeg in twee prima opslagbeurten weg. Martijn Lammers liet de 14-11 op het bord verschijnen. Mart Willemsen deed de grootste duit in het zakje door de 20-12 neer te zetten, ondertussen geholpen door twee imposante peren op de achterover door Luc van Deth. Op dat punt werd de talentvolle spelverdeler van Twente ’05 Heren 3 gewisseld voor een beduidend mindere talentvolle ballenopgooier. En dus ging het gemakkelijk naar 25-16.

In de derde doorgang gaf de enige speler in het gifgroen Robbin Groeneveld, normaliter specialist in de passing, er nog eens blijk van dat het niet helemaal zijn avond zou worden. Niet alleen twee ketspassings, maar daarna vrijwillig buiten de passing blijvend. De schade van 1-4 werd door Mart Willemsen gepareerd naar een 4-4 evenwicht. Jort Johannink, het is steeds meer opvallend hoe groot zijn rol is, brak de boel open met een geweldig strakke opslagserie naar 11-5. Peter van Deth liet zien dat kunstje ook uitstekend te beheersen. Twee directe ace’s en twee directe punten door ketspassings lieten een gapend gat achter op 19-7. Nick van Deth leek het een mooi moment om de boerenserve te proberen: zo hard mogelijk raken als zijnde een boksbal op de kermis. Dat lukt normaliter alleen op een training, maar in dit geval ontstond een heuse krater aan Twente-side.  Met 25-10 was de wedstrijdwinst binnen.

In de sfeer viel te proeven dat de bonusset een onmeunig stukje gallory-play zou worden. Spelverdeler Nick van Deth leek de aanzet te geven door met een ultrakorte opslag die doodviel achter de netband, de 2-0 neer te zetten. Maar daar stokte de gallory-play al. Met 4-6 keek de thuisploeg al weer tegen achterstand aan, die middels een strakke opslagserie van Jort Johannink naar 9-6 werd getild. De combi Nick en Peter van Deth bleek nu op volle oorlogssterkte waardoor er via het midden twee dikke aanvallen werden ingepompt: 12-8. De terugkeer van de gasten naar 12-11 kwam door misperen van de specialist in de passing, die zichzelf daarna maar buiten de passing zette.. De 16-13 door Martijn Lammers was door twee uitgeslagen aanvallen aan de buitenkant ook weer direct verleden tijd. Met eigenlijk teveel aanvallende missers bleef  de thuisploeg tot 21-20 aan de goede kant van de score. Het laatste punt was wederom een lekkere combi tussen de breurkes Nick als spellie en Peter op mid. In de fase van 16-16 tot 18-19 kreeg Twente drie punten aangeleverd door drie uitgeslagen aanvallen, 2 keer op buiten en 1 keer middels de diagonaal. Dat patroon herhaalde zich tussen 21-20 en 22-24: 2 keer op buiten en 1 keer middels de diagonaal sloegen uit. De twee setpoints op 22-24 werden weggewerkt maar de diagonaal die vanaf de derde set van de partij was piekte bij het sluiten van de markt; hij sloeg de 24-25 en 25-26 binnen. De 25-27 was, het probleem samenvattend, een buitenaanval die strandde in de blokkering.

Ach nou ja, prima verder. Met drie sets overmacht en dan de bonusset verliezen, roept altijd wat tegenstrijdige gevoelens op. De verliezer van de wedstrijd reageert dolverheugd na het bonuspuntje, terwijl de winnaar van de wedstrijd even in zak en as zit. Even, dat wel. Met de lip aan het eerste biertje is het weer vergeten. Dat mag ook. De competitie leek op voorhand zo sterk, dat het Mare Volley vlaggenschip alle zeilen zou moeten bijzetten om boven de degradatiestreep te geraken. Maar zie: na een kwart competitie staat de ploeg doodleuk tweede. Tweede, hallo! Dan is een bonussetje morsen niet iets om wakker van te liggen.

Het enige wat ik me nog bedacht: Mare Volley  heeft vanwege Corona, waardoor ook de jaarlijkse inkomstenbron is opgedroogd, het tienjarig jubileum niet of nauwelijks gevierd. Daar gaat het trouwens niet om. Het gaat erom dat na tien jaar sommige aparte nukken van spelers zo gewoon zijn geworden, dat het helemaal niet meer opvalt. Dat gevoel onstond in de wedstrijd hiervoor, uit bij Esch Stars. De vraag die bleef hangen: hoe kan het dat de uit de klei getrokken Vasserse boeren voortdurend de slimheid hebben om de aanval via de Mare Volley handjes weg te slaan, en hoe kan het dat de Noord Deurningse buitenkant stelselmatig de Vasserse blokkering blijft teisteren? In de wedstrijd tegen Twente werd de vraag nog iets prangender, omdat teamcaptain Luc van Deth als reguliere diagonaal voor het eerst in heel lange tijd in de openingsset aan de buitenkant werd geposteerd. Via perfect serveerwerk van Jort Johannink werd het 23-17, een netserve en een in het net geslagen midaanval maakten 23-19. Luc van Deth kreeg een mooie hoog voor de  pot set up van broertje Nick, klom in de set up, bewaarde het overzicht en sloeg via de Twente handen weg: 24-19. Het punt waarop ik dacht: typisch Luc, de reguliere buitenaanvallers zouden dat nooit gekund hebben. Ik schrok van mijn eigen gedachten. Het is alsof aan de buitenkant alles in de overdrive moet. Harder, better, faster, stronger; dat motto. Het geeft soms de indruk dat een mokerslag 10 centimeter buiten de lijnen door zowel speler als teamgenoten meer gewaardeerd wordt dan een lullig rollertje via de netband wat een punt oplevert. Een punt is het primaire doel, de schoonheid ervan secundair, toch?

Het punt is, denk ik, dat Mare Volley  een enorme gezelligheidsvereniging is geworden. Niets mis mee, natuurlijk, vooral zo houden. Maar je kunt het ook leuk hebben, en in een wedstrijd toch kritisch naar elkaar en ook zelfkritisch zijn. Tegen Twente was er zeker zelfkritiek middels libero Robbin Groeneveld die al vloekend en tierend zijn eigen kunsten van commentaar voorzag en zichzelf uiteindelijk buiten de passing hield. Dat hoeft niet de norm te worden. Aanbevelingswaardig is het niet wanneer de basiszes zich uit eigen onvrede buiten de passing houdt; iemand moet het toch doen. Maar spelers zouden zichzelf best vragen kunnen stellen. Werkt het voor mij zo dat spijkerhard millimeters uit slaan een beter gevoel geeft dan een lullig punt scoren? Zouden mijn teamgenoten dat ook vinden? Als ik op een training 50 keer een  set up bovenhands in een leeg veld moet spelen, is dat een ongelofelijk makkie toch? Wanneer in een wedstrijd 10 keer bovenhands een bal overgespeeld moet worden, en er gaan er 3 fout; hoe dan? Is het stress omdat het veld niet leeg is, maar er zes onbekende poppetjes staan? Is het teveel risico nemen? Is het beginnende reuma in de linkse twee vingers? Eén ding is zeker: als je jezelf geen vragen stelt, komen er ook geen antwoorden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>